Met een erfpachtregeling en starterslening wil het college van Heusden een impuls geven aan de plaatselijke woningmarkt. Beide regelingen moeten het kopers gemakkelijker maken om bouwgrond, een woning of bedrijfskavel te kopen. Op 6 mei heeft een meerderheid van de gemeenteraad in Heusden voor invoering van de twee regelingen gestemd. DMP Heusden staat positief tegenover de voorstellen.
Starterslening
De starterslening richt zich op de groep mensen die voor het eerst een woning kopen. Doel ervan is het verschil te overbruggen tussen de aankoopkosten van een woning en het bedrag dat men op basis van de Nationale Hypotheek Garantie (NHG) maximaal kan lenen. De starterslening wordt daarbij dan ingezet als tweede hypotheek waarover pas vanaf het vierde jaar rente en aflossing wordt betaald.
Om mensen die voor de starterslening in aanmerking willen komen, gelden enkele voorwaarden. Zo moet het een woning in de gemeente Heusden – bestaand of nieuwbouw – betreffen en mogen de verwervingskosten maximaal € 250.000 bedragen. De lening bedraagt maximaal € 40.000. Er geldt geen inkomensgrens voor de aanvrager.
Erfpachtregeling
Waar de starterslening zich richt op kopers van een woning, is de nieuwe erfpachtregeling van de gemeente Heusden bedoeld voor particulieren en bedrijven die bouwgrond willen kopen. Door steeds strengere eisen die banken aan leningen stellen, krijgen deze mensen vaak hun financiering niet rond en haken ze af voor de ontwikkeling van projecten of de koop van bouwgrond. Door de grond in erfpacht aan te bieden, kunnen bouwplannen gewoon doorgaan, zonder dat de betrokkenen de grond in eigendom nemen. De gemeente blijft eigenaar van de grond en ontvangt voor het gebruik ervan een jaarlijkse vergoeding.
Binnen de erfpachtregeling biedt de gemeente Heusden de mogelijkheid om de grond in een later stadium alsnog te kopen. Wordt die koop binnen de eerste tien jaar beklonken, dan geldt de prijs ten tijde van de uitgifte. Na die periode is de koopsom gelijk aan de meest recente verkoopwaarde met een korting van 1 procent per verstreken jaar tot een maximum van 25 procent.